Wat gebeurde er met de Ontregeling?
Die naakte installatie zonder de huiskamer waar het op was gebaseerd, mocht opgeruimd. Ik sloot mij af van alle omringende distracties en concentreerde mij op alle draadverbindingen, voelde de verhalen erachter, de samenhang ook. Liefdevol legde ik alle aan elkaar verbonden onderdelen op elkaar in een grote doos, zonder verwachting hoe dit er later uit zou komen. Een doos met een kwetsbare installatie, voorlopig geborgen in het atelier van de collega. Totdat het in de vorm die het zichzelf zou geven, in een nieuwe omgeving terecht zou komen en met die omgeving weer een relatie aangaan. Ik was opgewonden benieuwd.

Dat zou anders uitpakken. Anders dan alles wat ik in openheid onvoorwaardelijk mijn vertrouwen had gegeven. Vertrouwen in de installatie zelf.

Een woedend appje ontving ik. Van de kunstenaar waar ik mee gewerkt had. Haar energie en toewijding was een onderdeel van het kunstwerk geweest. Geweest, want zij had haar aandeel woedend uit het geheel geknipt. De draden waren in de knoop geraakt en dat maakte iets in haar los. Ik schrok van het feit dat zij de doos had opengemaakt. Dit heilige kunstwerk dat bijna door zichzelf was ontstaan, daar kom je niet aan, totdat het een nieuwe plek heeft gevonden. Het geheel nu verbroken, verknipt, ik kon er niet bij.

Een wond, zo voelde het. Het had dus niet alleen ontregeling gebracht, maar ook twee werelden laten zien. Gekaderde en vrije. De eerste ontheiligde de andere.
Is het nu niet meer dan een verknipt kunstwerk? Ik ga het ophalen en het overblijfsel met zorg uitpakken en in mijn werkruimte leggen. De verandering zal kloppen en ik mag het zien.