Over regels heb ik geschreven. Het ontregelen van mijn kant, daar kijkt dus niemand van op.
Een systeem ontdekken en dat van zichzelf ontdoen. Is dat mogelijk? Ik kreeg de kans toen een kunstcentrum een project zocht en een van hun kunstenaars als mijn vriendin mij naar voren schoof. In samenwerking met haar kreeg ik carte blanche.
We vonden een fijn ouderencentrum en mochten daar in de huiskamer aanschuiven waar wij gesprekken startten en foto’s maakten. Zij als goede portrettist tekende bewoners en ik zocht en vond een structuur. Van ijzeren roosters en ornamenten, van koffietijden en gele kleuren.
Een workshop met de koffiedrinkers leverde intiemere informatie op. We filmden en gebruikten de getekende huiskamers uit hun jeugd in de installatie.
Samen richtten we met onze vondsten de centrale koffieruimte in. Ornamenten uit de gordijnen en lampen en dienbladen, portretten van de levende ornamenten. Herhalingen en als kern een draaiend ornamentje dat, verlicht, zichzelf met haar schaduw herhaalde.

Klaar. Bevestiging van de orde daar. Of was dat systeem door de installatie al losser?

Door foto’s en opgenomen maten kon alles wat wij er hadden geinstalleerd precies zo in het kunstcentrum opgehangen, bevestigd. Met onzichtbaar draad verbonden. De naakte installatie zonder de huiskamer waar het eerder de huid van was geweest.

Daar hing het, bloot en kwetsbaar. Precies wat het was. Een onzichtbare verbinding van ornamenten, portretten, tekeningen van herinneringen, met als kern de herhaling van zo’n ornament, draaiend om haar as en met haar schaduw de laatste slierten van de orde wegdraaiend als in een afvoerputje. Schoonheid.

Wat bleef er over? Kale waarheid. Essentie. Het proces op film. Wat was er nu ontregeld?
De reacties van bezoekers, vooral kunstenaars, waren bijna unaniem ontevreden. Beperkt door verwachtingen en getraind in kadering was dit een totale ontregeling.
Ik zat er. Beschouwde het. En was gelukkig.