Geneeskunst
Al tekenend samen herinneringen bovenhalen. Er komt altijd iets tevoorschijn.
“Het was alsof ik mezelf terugvond als kind.”
Geneeskunst faciliteert het helen van leed en het ontdekken van verborgen trauma’s door middel van tekengesprekken. Activeer genezing door dit pad naar zelfontdekking en transformatie.
Jeannette biedt zicht en verandering via tekeningen; zij tekent via foto’s over de vraag. Als therapie (nog) niet de bedoeling is, maar je wilt wel weten hoe het zit.
“Het is zo mooi hoe je je op je ziel kan afstemmen en wat je daarmee aan informatie kunt (terug) vinden. Magie wordt het wel genoemd. Waarheid kun je ook zeggen.”
Wil jij via een tekengesprek een kindervaring genezen?
Stel vrijblijvend je vraag in het formulier hieronder en ik neem contact op.



GENEESKUNST WAT HAD IK NODIG
Deze dinsdag kwam ik bij kunstenaar Jeannette in het lege SnouckvanLoosenziekenhuis; zij doet opstellingen voor onder andere mensen die hier vroeger hebben gelegen en eventuele trauma’s hebben opgelopen.
Ik ga hier onderzoeken of dat voor mij geldt. Als 10-jarig jongetje lag ik een aantal weken in dit ziekenhuis met hoge koorts in een klein donker kamertje in mijn uppie. Continu ijs op mijn buik om de buikvliestontsteking te remmen en een voor mijn gevoel bizarre hoeveelheid penicillineinjecties; vier maal per etmaal in mijn benen (die werden op een gegeven moment blauw en stijf waardoor de injecties uiteindelijk in mijn billen gingen).
Jeannette heeft me eerst rondgeleid door de lange gangen, de strenge/enge lift. De zaal waar ik heb gelegen en ook de kinderafdeling. Toen ik in een isolatiekamer van toen stond, liet ze me alleen. Het was confronterend en ik hield het niet droog. Als ik mijn ogen dicht deed was het of ik daar weer lag als klein jongetje.
Van tevoren had zij mij gevraagd een foto van mezelf te app’en uit die periode; het werd een klassenfoto. Hiervan maakte ze een tekening van mijn gezicht en had die uitgeknipt.
Ik mocht voor mezelf een vraag bedenken en op mijn gevoel een gesloten deur in de ziekenhuisgangen kiezen als antwoord op die vraag. Toen ik de eerste willekeurige deur opendeed zonder Jeannette, was er weer de confrontatie: er stond een bed en ik zag mezelf weer op isoleer liggen. Ook hier was ik weer alleen en ook hier stroomden weer de tranen.
Ik besprak met Jeannette mijn ervaring: dat ik me heel eenzaam had gevoeld. Mijn vervolgvraag was: wat had ik nodig gehad?
Ik vond als antwoord een volgende kamer. Hier zag ik de armen die ik had gemist terug in een foto die daar aan de wand was geprikt. Vanuit die kamer vroeg ik: wat heb ik nu nodig om goed voor mijzelf te zorgen?
Ik liep de gang weer op en opende een deur. Daar stond een levensgrote tekening van een volwassen man. Ik zag er gelijk mijn vader in die voor mij gezorgd heeft.
GENEESKUNST JESHUA
Als jong kindje werden mijn amandelen geknipt (in 1964) en in totaal moest ik er 11 dagen blijven. Omdat ik zo klein was, heb ik er geen herinneringen aan. In die tijd mochten ouders een keer per dag een uurtje komen. Mijn moeder heeft altijd verteld dat het een drama was als ze weer vertrok, dan stond ik te schreeuwen dat ik ‘mie’ (mee) wilde. De verpleegster zei tegen mijn moeder dat ze maar beter weg kon blijven tot ik opgehaald kon worden.
Ik was benieuwd naar het ziekenhuis en ik maakte een afspraak met Jeannette die van mij als kindje een tekening had gemaakt. Mijn vraag was wat de ziekenhuisopname voor mij had betekend.
De eerste kamer die ik openmaakte bood niet echt iets wat mij opviel, wat me verbaasde omdat ik wel de deur had willen openen. Toen ik door de stille, verlaten gangen liep werd ik ineens heel bang. Toen ik naar de tekening keek van mijn kind, zag ik dat ik haar vooruit had laten kijken, alsof zij voorop liep. Ik draaide haar om om haar te beschermen en de angst verdween even snel.
Toen ik terug liep naar de kamer van Jeannette werd mijn aandacht getrokken door een kamer die me eerder niet was opgevallen. Ik kon de deur alleen op een kier openen en zag een mannenfiguur. Voor mij representeerde die Jeshua (Jezus) en de deur die niet open wilde maakte me duidelijk dat ik door de ziekenhuisopname het deel van mij dat in verbinding stond met het hogere grotendeels had afgesloten.
Toen ik het er later met Jeannette over had, vertelde ze me dat ze toevallig die morgen de mannenfiguur had verplaatst van de eerste kamer waar ik naar binnen was gegaan naar de kamer waar ik later binnenging. Ze had de deur gewoon achter zich dichtgetrokken zonder te merken dat het tapijt er achter omhoog was gekomen waardoor de deur niet meer opende.