Heerlijk om het verleden in te duiken om mijzelf daar op te zoeken. Alsof ik stukken terugvind en opraap en weer bij elkaar kan lijmen.
Soms een klein bekend stukje, soms een verrassend vergeten kant van mijzelf. Soms verder de geschiedenis in, een onbekend deel van mijn voorouders, waar ik blijkbaar ook iets van heb. Een oud geheim.
Mondje dicht! Dit hoeft niemand te weten. Als je niets verklapt, verdwijnt het vanzelf.
Of je houdt het voor jezelf totdat het het juiste moment is om te delen. Later kan je het wel aan. Ooit.
Soms lijkt het je beter dat je omgeving van niets weet. Omdat er oordeel zal komen. Of omdat de ander dezelfde pijn zal gaan voelen als jij en je hem/haar dat wilt besparen.
Geheimen die nooit zijn uitgekomen kunnen zelfs na overlijden kloppen aan de deur van de waarheid. Het blijvend verborgen zijn kan gevolgen hebben als herhaling ervan en ook als ziekte en psychische belasting. Gevolgen die moeilijk zijn te erkennen of zelfs maar te ontdekken. Maar voelen en merken des te meer.
Door het verschijnsel op te zoeken en het te bevragen kan er al iets naar buiten komen. Erover tekenen en zo de energie ervan voelen geeft mij informatie om verder te gaan. Details blijven vaak uit, maar de kern kan zich als waarheid openbaren en een enorme opluchting in een familiesysteem geven. Gezondheidsproblemen verdwijnen en soms is het juist de rem op succes die ineens spoorloos blijkt.
Dat wat je mee het graf in neemt, dat verdwijnt niet met je mee. Het blijft als een energieknoop in relatielijnen van alles frustreren en verzieken. Het vraagt steeds weer aandacht. En de kunst is om het te herkennen en te horen en vooral die attentie te geven. Want zo kan het alsnog tevoorschijn komen en door blootstelling aan het daglicht, wat het ooit niet kon verdragen, opgelost worden.
Waarheid en geneeskunst combineert goed.