De oppervlakte is mij vaak vreemd, waardoor misverstanden regelmatig voorkomen. Ik ben meer van de inhoud en begrijp niet veel van de vorm, geef ik dan als uitleg. Maar als kunstenaar zoek ik die vorm voortdurend. Vanuit de diepte naar de oppervlakte. Zoals ooit mijn bijna-verdrinking in de zandsloot. Ik koos zelf voor die diepte maar om te overleven zocht ik de oppervlakte. Ik vond die door de ingreep van een toeschouwer. Iemand die vanaf een hoogte mij onder water zag en snel handelde. Zonder hem was ik er gebleven.
Maatschappelijk is het niet anders. Ik werk hard en mijn werk is intens en die diepte geeft heel veel voldoening. Maar aan de oppervlakte komt het nauwelijks.
De installatie De Ontregeling uit 2018 is er een goed voorbeeld van. Wat daar gebeurde, daar in het proces van ontstaan, creëren en uitvoeren en vooral luisteren! Luisteren in en naar de diepte van dit levende kunstwerk. Daar gebeurde veel. Niemand leek het te merken, men richtte zich op de vorm. Er waren twee collega’s die meer zagen, maar niet meer dan tien minuten daar de tijd voor namen. Het kunstwerk ging op mij lijken, het liet haar diepte zien wat voor de omgeving onder de oppervlakte bleef. Het leek het zelfs op te roepen: kijk niet verder.
De vorm van die installatie is gehavend in mijn atelier terecht gekomen. Uit elkaar geknipt en delen missend. Ook lijkt het meer delen af te staan, waardoor er een klein deel overeind blijft, in de knoop en dicht bij elkaar wat eerder als losse delen op afstand door onzichtbaar draad een geheel was.
Na een cyclus van zeven jaar. Het weerzien doet me goed.
Wat gaat ervan worden? Wat gaat het worden?