​Soms lijkt een plek wel een wezen. Dat je er bent en een verhaal voelt. Wat vertelt deze plek? Wat is hier gebeurd?

Of dat je de plek kent en terugziet en je eigen verhaal daar voelt. Alsof het je vertelt: ja ik ben er nog en wat hier gebeurde kleeft nog aan mij. Zie je het weer? Herinner je je het weer?

Dan die stomp in je maag. Koud zweet van de rake klap en zwart voor de ogen. Dat kan een vloer met een raam toch niet doen? Je verwacht het niet.

Twaalf jaar geleden maakte ik dat mee op de voormalige kinderafdeling. En nu ben ik er weer.

De plek nog kapotter dan toen. Grimmig en tegelijk kwetsbaar. Ontwapend.

De liftdeuren daarentegen hebben nog wat macht; kijken alsof ze je nog steeds kunnen meenemen. Naar die donkere kelder, voor een gevaarlijke foto. Waar je je niet mocht bewegen terwijl je in het donker met lood om je schouders stond, de zusters veilig op afstand. Het overkwam je, want niemand vertelde je iets.

‌Inmiddels kon ik begin dit jaar zelfs genieten van dit gebouw, voelde me er genezen. Aan de kantoorkant ervan had ik een tijdelijke werkplek gevonden. Een zonder verhaal, maar deze keer met kunst. Geneeskunst.

Elke jeugdherinnering was in dit SnouckvanLoosenziekenhuis in goede handen: een geneesplek!